196
24 APRIL 1934.
De artikelen 51 tot en met 71 worden ver
volgens zonder eenige bedenking goedgekeurd
en vastgesteld.
Artikel 72.
De heer VAN DE VEN zegt, dat de Commissie van
onderzoek dengene, die voor het eerst voor een aanstelling
in gemeentedienst in aanmerking komt, ook recht wil geven
op herkeuring; immers, de gemeente-arts kan zich ver
gissen en het blijft dan voor den persoon in kwestie altijd
een grief, dat hij van die keuring niet in beroep is kunnen
gaan.
De VOORZITTER antwoordt, dat die kwestie door
Burgemeester en Wethouders breedvoerig is besproken;
zij vinden het onjuist een bepaling op te nemen, welke in
de practijk toch illusoir zou zijn, aangezien men zich aan
het resultaat van die herkeuring weinig gelegen zou laten
liggen en toch den meer gezonden sollicitant zou aanstellen.
De zaak staat trouwens bij eerste aanstelling geheel anders
dan bij bevordering.
De heer VAN DE VEN merkt op, dat er voor de
Gemeente toch ook een voordeel gelegen kan zijn in den
door hem voorgestanen maatregel, namelijk, indien bij het
heronderzoek de meest bekwame sollicitant toch gezond
blijkt te zijn.
De VOORZITTER zegt, dat men in de practijk vanzelf
tot herkeuring overgaat, als men een bepaald persoon
gaarne in gemeentedienst wil hebben.
De heer MABELIS wijst er op, dat het ook kan be
treffen een ambtenaar, die al geruimen tijd in tijdelijken
dienst geweest is. Het komt herhaaldelijk voor, dat ger.ees-