198 24 APRIL 1934. De VOORZITTER geeft in overweging, in zoover aan het verlangen van den heer Van de Ven c. s. tegemoet te komen door de redactie van het eerste lid van het artikel in dien zin te wijzigen, dat ook hem, die voor het eerst voor een vaste aanstelling in gemeentedienst in aanmerking komt, beroep op het geneeskundig onderzoek wordt toe gekend. Met inachtneming van deze wijziging wordt het artikel goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 73 wordt zonder eenige bedenking goedgekeurd en vastgesteld. Artikel 74. De heer HAALMAN acht het gewenscht, dit artikel te splitsen in twee afzonderlijke artikelen; het bepaalde sub 2, 3 en 4 staat namelijk op zich zelf en kan daarom beter in een nieuw artikel worden ondergebracht. De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wethouders het amendement-Haaiman overnemen. Daarop wordt dienovereenkomstig besloten. De heer HAALMAN stelt voor, met het oog op de wenschelijkheid van het doen samenvallen van de aan wijzing der commissieleden met het optreden van den nieuwen Raad, aan het thans nieuw gevormde artikel een vierde lid toe te voegen, luidende: „In afwijking met het bepaalde in het vorig lid, hebben de voor de eerste maal benoemde leden en plaatsvervangers, in dit lid bedoeld, zitting tot den eersten Dinsdag in September 1935." De VOORZITTER zegt, dat tegen het opnemen van een zoodanige bepaling geen bezwaar bestaat, doch het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 198