b. dat het te bouwen pakhuis nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt 24 MEI 1934. 221 Zonder eenige bedenking wordt besloten, adressant de gevraagde ontheffing te verleenen, onder de navolgende voorwaarden a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; C dat op de overblijvende open ruimte niets meer worde gebouwd of opgericht dan op de bij dit besluit behoorende teekening is aangegeven d. dat, ter voldoening aan artikel 6 der woning wet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goed keuring worden aangeboden; e dat, wanneer binnen zes maanden na de dagteekening van dit besluit van dé ver leende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ont heffing vervalt. 11. Pree-advies van Burgemeester en Wethouders, daarbij in overweging gevende gunstig te beschikken op een aanvrage van de Weduwe C. G. Ubbink-Schim- mel, om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het bouwen van een autogarage in den tuin van het perceel Ginnekenweg no. 104.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 221