b. dat de te bouwen garage nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt; d. dat, ter voldoening aan artikel 6 der woning wet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goed keuring worden aangeboden 222 24 MEI 1934. Zonder eenige bedenking wordt besloten, adressante de gevraagde ontheffing te verleenen, onder de navolgende voorwaarden; a. dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; C. dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht; e. dat, wanneer binnen drie maanden na de dagteekening van dit besluit van de ver leende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ont heffing vervalt. 12, Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, daarbij in overweging gevende gunstig te beschikken op een aanvrage van P. J. Kohier, om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het bouwen van een garage op het perceel Burgemeester de Manlaan no. 19.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 222