b. dat de te bouwen rijwielbergplaats c. a. nimmer geheel of gedeeltelijk als woning worde ingericht of gebruikt; 224 24 MEI 1934. Zonder eenige bedenking wordt besloten, met ontheffing mede van het bepaalde sub c van het raadsbesluit van 12 Juni 1933, no. 1 1703, aan adressant de gevraagde ontheffing te verleenen onder de navolgende voorwaarden: a dat geen verandering worde gebracht in de grenzen van het perceel; c dat op de overblijvende open ruimte niets worde gebouwd of opgericht; d. dat. ter voldoening aan artikel 6 der woning wet, de vereischte teekeningen, ingericht volgens artikel 105 der bouwverordening, aan Burgemeester en Wethouders ter goed keuring worden aangeboden; e. dat, wanneer binnen zes maanden na de dag- teekening van dit besluit van de verleende ontheffing geen gebruik is gemaakt, deze geacht wordt niet te zijn verleend; en onder bepaling, dat bij niet voldoen aan één dezer voorwaarden, de verleende ont heffing vervalt. 14. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, daarbij in overweging gevende gunstig te beschikken op ee:i aanvrage van F. van den Berg, om ontheffing van art. 15 der Bouwverordening, voor het verbouwen van het pand Boschstraat no. 59a.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 224