232 24 MEI 1934. „zijn betrekking gevraagd tegen 1 September 1934 Dit „adres te Uwer kennis gebracht in Uwe vergadering van „2 Februari j.l. werd, op voorstel van den voorzitter van „ons college, in verband met een van het College van „curatoren van het gymnasium ontvangen bericht, aan gehouden tot een volgende vergadering (zie gedrukte „notulen 1934 blz. 18). „Blijkens dit mede hierbijgevoegde bericht, verzoeken „heeren curatoren het ontslag van den heer Niemeyer „voorloopig op te schorten tot 1 September 1935, welke „opschorting zij in het belang van het onderwijs aan het „gymnasium achten en waartoe Uw College, ingevolge „art. 2 van voornoemde verordening, bevoegd is. „Het wil ons voorkomen, dat er, ook in verband met „het hieronder te noemen advies van den Inspecteur, alles zins reden is, aan dit verzoek tegemoet te komen. Het is „ons bekend, dat de heer Niemeyer, zoowel geestelijk „als lichamelijk, nog ten volle voor zijn taak berekend is, „terwijl ook zijn overige eigenschappen hem nog tot een „uitstekend rector stempelen. Het inliggend adres met „bijlagen van ouders van leerlingen van het gymnasium, „die om handhaving van den rector in zijn functie ver zoeken, getuigt van de instemming, die een eventueel „aanblijven van den heer Niemeyer zou vinden. „Waar de Inspecteur der gymnasia, blijkens diens bij het „adres van het College van curatoren gevoegd schrijven „d.d. 22 Januari j.l., een voorloopig aanblijven van den „heer Niemeyer in het belang van het onderwijs acht, „waar bovendien in diens schrijven wordt naar voren „gebracht, dat het zeer de vraag is of thans een vervulling „der rectoraats-vacature wel tot de meest gewenschte op lossing zou kunnen leiden, is er naar onze meening, alle „reden tot inwilliging van het verzoek te besluiten. De heer „Niemeyer heeft zich, blijkens zijn inliggend schrijven d.d. „15 Februari j.l., gaarne bereid verklaard zijn betrekking „in den volgenden cursus te blijven bekleeden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 232