24 MEI 1934.
233
„Wij hebben derhalve de eer U voor te stellen, onder
„toepassing van art. 2 van meergenoemde verordening, te y
„besluiten den heer Dr. Niemeyer, als rector van het
„gymnasium in functie te laten voor het jaar '34'35."
De heer VAN DE VEN heeft deze aangelegenheid
ernstig overwogen, in de eerste plaats omdat daarmede het
belang van het gymnasiaal onderwijs gemoeid is en in de
tweede plaats omdat het voorstel van Burgemeester en
Wethouders gebaseerd is op de adviezen van het College
van Curatoren en den Inspecteur der Gymnasia. Spr. kan
uit naam van vele zijner politieke vrienden, verklaren, dat
als het hier alleen het belang van het onderwijs betrof, zij
zich gaarne bij het voorstel zouden neerleggen, doch er is
nog een kant aan de zaak, welke niet door het College
van Curatoren en den Inspecteur der Gymnasia is over
wogen, namelijk de sociaal-economische. De ambtenaren
van 65 jaar moeten nu eenmaal plaats maken voor jongeren;
ook dr. Niemeyer kan daaraan niet ontkomen. De
bewuste bepaling is gemaakt in een tijd, dat er nog geen
economische crisis heerschte zij geldt dan toch zeker wel
in dezen tijd van groote werkloosheid. De Regeering heeft
in een aantal gevallen, waarin het anders niet gebruikelijk
is, hooggeplaatste ambtenaren ontslagen wegens het bereiken
van den 65-jarigen leeftijd zij heeft zelfs overwogen ver
vroegd pensioen toe te kennen. In sommige steden, o.a.
Amsterdam, gaat men er toe over, de ambtenaren al op
60-jarigen leeftijd te ontslaan. Als de toestand blijft zooals
hij is of als hij nog erger zou worden, zou Spr. zelfs willen
overwegen, hier nog verder te gaan. Daarom en daarom
alleen wil Spr. dr. Niemeyer plaats doen maken voor
een jongere kracht. Het zou iets anders zijn, als de heer
Niemeyer niet te vervangen was. Doch er zijn genoeg
goede krachten bij het gymnasiaal onderwijs werkzaam, dat
men daarvoor niet bevreesd behoeft te zijn. De candidaten
van een volgend jaar zullen alleen te vinden zijn onder hen,