238
24 MEI 1934.
kunnen worden voorzien. Hij zal dan ook zijn stem aan
het voorstel van Burgemeester en Wethouders geven.
Wethouder VAN MIERLO gelooft, dat in deze het
belang van het onderwijs de belangrijkste factor is. De
Raad mag, vóór hij dit voorstel verwerpt, wel bedenken,
dat het nu al bijna Juni is; de termijn is dus wel zeer kort
om nog een geschikte kracht te vinden, die met September
a s, in functie kan treden. De candidaat zal zich namelijk
zeer waarschijnlijk eerst uit een andere betrekking moeten
losmaken; dit nu is vrijwel onmogelijk te doen vóór
September. Dat geeft voor de hoogste klasse van het
Gymnasium het nadeel, dat zij midden in het leerjaar van
leeraar zal moeten veranderen. Spr. heeft indertijd zelf iets
dergelijks meegemaakt; hij weet dus eenigszins wat het
zeggen wil, midden in het leerjaar te veranderen van leeraar.
Verwerping van het voorstel kan daarom wel degelijk
nadeel beteekenen voor het onderwijs. Bovendien is de
tegenwoordige rector misschien niet bereid om, in geval
van ontslag, de functie na 1 September waar te nemen
totdat zijn opvolger in dienst kan treden; natuurlijk niet
uit rancune, doch in verband met zijn pensioen. Om al
deze redenen acht Spr. het wenschelijk om dr. Niemeyer
nog één jaar in functie te laten, maar ook niet meer.
De VOORZITTER vindt het eigenlijk een doodeenvou
dige zaak. Men kan er nu wel sociaal-economische kwesties
en de heerschende crisis bij halen, maar het gaat hier om
het vervullen van een specifieke, bijzondere betrekking,
waarvoor men geen pas afgestudeerden academicus, dcch
een leeraar van bijzonder gehalte, met rijpe ervaring e d.
moet zien te krijgen. De Inspecteur der Gymnasia en het
College van Curatoren achten de omstandigheden daarvoor
thans niet gunstig, zoodat zij in overweging geven,
dr. Niemeyer nog een jaar in zijn functie te handhaven.
Bijzondere omstandigheden worden in de desbetreffende