24 MEI 1934.
251
het voorstel der Commissie van toezicht op de Handels
avondschool hebben overgenomen, omdat daardoor een
klap wordt gegeven aan het zoo hooggewaardeerd handels
onderwijs ter wille van een bezuiniging van slechts f 600.
Spr. wil het handelsonderwijs voor zoo'n luttel sommetje
liever in zijn tegenwoordigen omvang in stand houden.
Hij ziet zich dan ook genoopt tegen het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders te stemmen.
De heer KOOIJMAN zegt het volgende
Mijnheer de Voorzitter.
Vooralsnog kan ik mij niet met dit voorstel vereenigen.
Als object van bezuiniging is het van geen beteekenis.
Immers, het gaat over een bedrag van f 600.Nu
kan men zich op het standpunt plaatsen, dat het niet aan
gaat, dat de gemeente alle bezuinigingen van het Rijk op
vangt, m.i. moet men toch niet al te strak aan dat principe
vasthouden geen regels zonder uitzondering.
Wanneer ik nu zie, wat er al is bezuinigd op deze han
delsavondschool, welke de eenige inrichting op dit gebied
is in onze stad en die, voor wat de inrichting aangaat,
toch al niet in weelde baadt, en naga, dat voor die f 600.
twee vakken van het leerplan moeten verdwijnen, dan zou
ik toch gaarne zien, dat hier de uitzondering op den alge-
meenen regel werd toegepast.
De Commissie heeft gemeend, dat de vakken „schoon
schrijven" en „stenografie" het slachtoffer van de bezuini
ging zullen moeten worden, als zijnde van het minst groote
belang voor de leerlingen. Ik hoop, dat de Commissie niet
van meening is, dat deze vakken best gemist kunnen wor
den, dus overbodig zijn, maar dat zij integendeel met mij
van meening is, dat zij alleen bij uiterste noodzaak zullen
moeten vervallen.
De gevolgen van de voorgestelde bezuiniging zullen voor
de betrokkenen gewichtig, soms zelfs funest zijn. Zij zullen