254 24 MEI 1934. hoe er met de minste schade voor het onderwijs bezuiniging zou kunnen worden verkregen, en zij is daarbij tot de conclusie gekomen, dat het 't minst schadelijk zou zijn, wanneer de vakken schoonschrijven" en stenografie" vervielen. Het spreekt vanzelf, dat elke bezuiniging op dit gebied schaadt, anders zou de conclusie gerechtvaaidicd zijn, dat er vroeger met het geld gesmeten was. Er is van zekere zijde actie gevoerd tegen de voorge stelde reorganisatie; in verband daarmede heeft men ook raadsleden bewerkt. Spr. gelooft, dat die actie meer voort spruit uit personeelsbelangen dan uit onderwijs-overwegingen. De heer KROONE merkt op, dat in de practijk veel gewicht wordt gehecht aan het bezit van het diploma Stenografie". Het gemis daarvan zal voor belanghebbenden nadeel medebrengen. Men zal zich daardoor genoodzaakt zien, particuliere cursussen in dat vak te gaan volgen, hetgeen voor min-vermogenden bezwaar oplevert. Dit zal er wellicht toe leiden, dat de Gemeente die cursussen gaat subsidieeren. Spr. is echter van oordeel, dat men het bedrag in kwestie beter aan het op peil houden van het handels onderwijs kan besteden dan aan subsidies; hij hoopt dan ook, dat de Raad het voorstel van Burgemeester en Wet houders niet zal aannemen. Wethouder VAN BUITENEN heeft de notulen van de raadsvergadering van 31 Maart 1933 niet vóór zich, maar hij kan zich nog herinneren, dat hij tegen het toenmalig voorstel van Burgemeester en Wethouders heeft gestemd, omdat hij het principieel niet juist acht de bezuinigingen van het Rijk voor rekening der gemeente te nemen en ook omdat de gemeente dat onmogelijk zou kunnen volhouden. Spr. is van oordeel, dat de Raad toen, door het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen, den ver keerden weg is opgegaan. De Commissie van toezicht heeft dit blijkbaar ook ingezien en kwam met een bezuini-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 254