24 MEI 1934.
261
uitgeeft voor de bevordering van de gezondheid der
minder-bedeelden. Dat de samenstelling van het zwemwater
goed moet zijn, spreekt vanzelf, doch overigens laat de
inrichting zeer veel te wenschen over.
Wethouder VAN MIERLO brengt nogmaals in herin
nering, dat indertijd opdracht is gegeven om ter plaatse
een vijver te graven; het denkbeeld om daarvan een
zwemplaats te maken is eerst later opgekomen. Het verwijt
van den heer Van Keep, dat er eerst thans een be
schoeiing wordt gemaakt, mist dus allen grond; het heeft
niets uit te staan met den beweerden foutieven opzet.
In verband met hetgeen de heer K o o ij m a n naar
voren heeft gebracht, stelt Spr. voor, het gevraagde crediet
van f 3800.— te voteeren, onder voorbehoud, dat de
exploitant 10 °/o van die kosten per jaar meer betaalt aan pacht.
De VOORZITTER geeft in overweging, dit een volgend
jaar onder oogen te zien bij het afloopen van de huur
overeenkomst en alvast het benoodigde crediet toe te staan.
Daarop wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten overeenkomstig het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders.
De heer VAN KEEP wenscht aanteekening in de notulen,
dat hij tegen het verleenen van dit crediet is.
42. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
beschikbaarstelling van een crediet, groot f 150. voor
het aanbieden van een klein monument, dat zal kunnen
bestaan in een zonnewijzer op voetstuk, aan de Regenten
van het Oude-Mannenhuis, ter gelegenheid van de ver
bouwing van dat gesticht.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.