24 MEI 1934. 268 rekeningen te stellen in handen van een commissie van drie leden ter fine van onderzoek en rapport. Daartoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter die commissieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Pleijte, Van der Ven en Emmelkamp. 49. Schrijven van W. L. A. van de Ven, berichtende dat hij wegens vertrek uit de Gemeente ontslag neemt als raadslid. De VOORZITTER zegt, dat het vertrek van den heer Van de Ven, hoewel hij vanavond bij een der agenda punten met een zware kar heeft gereden, ongetwijfeld door velen betreurd zal worden. De heer Van de Ven heeft sinds September 1927 deel uitgemaakt van dezen Raad en heeft het vertrouwen van dat College genoten als wet houder, een functie, welke hij tot zijn spijt in verband met zijn hoofdfunctie reeds na een jaar heeft moeten neerleggen. Spr. zal de tolk zijn van den Raad en van velen uit de burgerij, wanneer hij den heer Van de Ven dank zegt voor de vele diensten, welke hij in het belang van Breda heeft verricht en de moeite, welke hij zich daarvoor heeft getroost, en hij hem alle goeds toewenscht in zijn nieuwe functie te Rotterdam, waar de heer Van de Ven, naar Spr. hoopt en verwacht, de goede stad Breda niet zal vergeten. De heer VAN DE VEN dankt den Voorzitter voor zijn vriendelijke woorden en den Raad voor de instemming daarmee betuigd en verklaart, dat, als zijn taak hem hier licht is gevallen, dit is te danken aan de vele vriendschap, welke hij heeft mogen ondervinden van den Voorzitter en van zijn collega's-raadsleden. Hij zal dan ook steeds een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 268