26 JUNI 1934. 291 geschorst, ten einde de Commissie gelegenheid te geven de geloofsbrieven te onderzoeken. Na heropening der vergadering rapporteert de Com missie bij monde van den heer L o o n e n, dat zij de over gelegde stukken heeft onderzocht en in orde bevonden, weshalve zij adviseert deze goed te keuren en te besluiten tot toelating van de heeren Schlaghecke en Martens. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, noch stemming verlangende, wordt besloten, de beide opgemelde geloofsbrieven goed te keuren en de heeren J. A. Schlaghecke en R. J. Martens toe te laten als lid van den Gemeenteraad. 15. Schrijven van den Burgemeester, houdende mededee- lingen omtrent de kwestie-P. Haaiman, luidende als volgt „De behandeling aan het slot van Uw vergadering van „24 Mei j.l. van de kwestie, gerezen door het rondzenden door „het lid van Uwen Raad, den heer Haaiman, van een „extract uit de notulen Uwer vergadering van 27 December 1933 met een toegevoegde noot, heeft den heer Haaiman „geleid tot een schrijven d.d. 26 Mei 1934 aan onderge tekende, waarin hij zijn verontschuldigingen aanbood en „waarbij hij ter goedkeuring voegde een concept-schrijven „aan degenen (ongeveer 145), wien hij bovenbedoeld stuk „had toegezonden met dit concept kon ik mij vereenigen „het gaat in afschrift hierbij. Voorts deed de heer H a a 1- „man de overige (ongeveer 155) niet verspreide stukken, „bovenbedoeld, welke nog in zijn bezit waren, mij toekomen. „Ik voldoe gaarne aan een verzoek van den heer Haal- „man door Uwen Raad officieel mede te deelen, dat ik „met de aangeboden verontschuldigingen genoegen genomen „heb. De zaak is voor mij tot archiefzaak geworden." Zonder eenige opmerking wordt besloten dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 291