26 JUNI 1934. 301 Wethouder VAN MIERLO antwoordt, dat men inder daad al met de verbouwing is begonnen, ten einde te voor zien in een noodtoestand. De kinderen van den bewoner komen binnenkort van de kostschool thuis, zoodat de nood zakelijke verbeteringen aan de slaapkamers vóór dien tijd moeten worden aangebracht. Burgemeester en Wethouders vermoedden, dat de Raad wel met de verbouwing accoord zou gaan en daarom is men alvast daarmede aangevangen. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, om het verzoekschrift van L. W. van der Sande, directeur der N. V. Nationale Grondbriefbank alhier, om kostelooze teruggave van een strook grond langs een achttal woningen aan de Tulpenstraat, buiten behandeling te stellen. De VOORZITTER merkt op, dat bedoelde strook grond indertijd niet door de Gemeente is overgenomen en nog staat ten name van de Nationale Grondbriefbank; van teruggave kan dan ook geen sprake zijn. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. 37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijziging van de begrooting van het Waterleidingbedrijf voor het dienstjaar 1934. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot wijzi-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 301