304 26 JUNI 1934. aan hier groote behoefte bestaat. Een park, zegt Spr., is heel aardig, doch het is ten slotte maar een luxe. De heer MEIJVIS verklaart, hetzelfde te willen vragen als de heer Van der Ven. Spr. verkeerde in de vaste veronderstelling, dat er in den Boeimeerpolder sportvelden zouden komen met aansluitenden parkaanleg en kleine-villa- bouw. Ligt het misschien in de bedoeling van Burgemeester en Wethouders, vraagt Spr., om in de naaste toekomst met een voorstel tot aanleg van die sportvelden te komen De heer KROONE beklaagt zich over het feit, dat dit voorstel, alsmede de voorstellen, genoemd onder de punten 39, 42 en 43 der agenda, zoo laat ter visie zijn gelegd; hij is daardoor niet in de gelegenheid geweest kennis van die stukken te nemen. Spr. dringt er bij Burgemeester en Wet houders op aan, voortaan zorg te dragen, dat alle stukken in de Leeskamer liggen, wanneer de agenda aan de raads leden verzonden wordt. De heer VAN KEEP heeft in de stukken gelezen, dat het plan onder toezicht van de gemeentelijke diensten van Open bare Werken en Beplantingen zal worden uitgevoerd. Spr. zou dezen parkaanleg geheel aan den Directeur der Beplan tingen willen overlaten, daar deze toch de aangewezen man is voor dergelijke zaken. Vervolgens zegt Spr., dat toen dit plan in de Bouwcommissie besproken werd, de kosten niet zoo hoog werden geraamd als nu. Hij vraagt, waarom het nu zooveel duurder kost. Wethouder VAN MIERLO zegt, dat dit voorstel inder daad niet van den eersten dag af bij de stukken ter visie heeft gelegendaar het echter van groot belang is, dat spoedig met het werk kan worden begonnen, hebben Burgemeester en Wethouders het er op gewaagd, het voor stel alsnog aan de overige raadsstukken toe te voegen, in de hoop, dat de Raad het zal aannemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 304