26 JUNI 1934.
„bijstand in het beheer der gemeentebedrijven en de bouw
commissie te doen bespreken. In den loop der laatste weken
„hebben herhaaldelijk besprekingen plaats gevonden, n.l.
„één met de gascommissie en de bouwcommissie te zamen
„en twee met de bouwcommissie afzonderlijk.
„De gascommissie was van oordeel dat, gezien de adviezen,
„er voor haar geen aanleiding was om ten aanzien van den
„technischen kant van het plan afwijzend er tegenover te
„staan. Het plan in zijn geheel, zooals het er lag, kon eveneens
„da goedkeuring der gascommissie wegdragen, doch zij stelde
„zich de vraag, of geen bezuinigingen konden worden aan
gebracht zonder evenwel het plan te denatureeren. Zij
„meende echter de beoordeeling van het bouw-technische
„gedeelte beter aan de bouwcommissie te moeten overlaten
„en verklaarde zich bereid mede te gaan met het door de
„bouwcommissie te geven advies.
„Verder werd in de gascommissie er nog op gewezen
„dat, blijkens verschillende brieven van den directeur der
„bedrijven, een spoedige aanvang van het werk zeer ge-
„wenscht is te achten, met het oog op een regelmatige en
„ongestoorde watervoorziening in 1935.
„De bouwcommissie was van oordeel, dat de architectuur
„van het gebouw c.a. zeer wel aanvaardbaar was, doch
„meende in bezuinigende richting te kunnen werken door
„enkele versoberingen aan te brengen. Zij adviseerde aan
hankelijk om het geprojecteerde vijvertje alsmede de ge
projecteerde keermuur te doen vervallen, in de overtuiging
„hierdoor een belangrijk bedrag te besparen. Ons college
„heeft zich daarna met de laagste inschrijfster in verbinding
„gesteld en haar verzocht in overleg met den dienst van
„Openbare Werken een berekening te maken van het plan,
„indien aan het advies van de bouwcommissie werd voldaan.
„Uit een aan ons college overgelegde berekening, waar-
„van ook de bouwcommissie kennis nam, bleek, dat de totale
„bezuiniging slechts f 2500.zou bedragen bij uitvoering
„van het vereenvoudigde plan.
