2 FEBRUARI 1934.
31
.gemoeid zal zijn. Het lijkt echter wel gewenscht, gezien de
.geringe uitgaven en de aanvaardbare inkomsten, het slacht-
.huis zooveel mogelijk van dezen toestand te doen profi-
„teeren.
„In bijgaand exemplaar der heffingsverordening, waarin
„met inkt de wijzigingen zijn aangebracht, die wij U voor
stellen, is als (nieuwe) tweede alinea een bepaling opge-
nomen, die deze aangelegenheid regelt.
„In artikel 12 (nieuw) is voor deze bepaling terugwer
kende kracht tot 25 October 1933 voorgesteld. Er is ons
.inziens geen reden om vanaf den dag, dat met het slachten
,van runderen tot dit doeleinde werd aangevangen, tot aan
,den datum der Koninklijke goedkeuring 4 cent te heffen,
.terwijl later en ook nu reeds, zooals uit de cijfers blijkt
met 1 y2 cent zou kunnen worden volstaan.
„Wij stellen U voor, de bestaande tweede alinea van
.artikel 3 te doen vervallen. Er is geen reden om de export
slachters, die reeds een zeer sterke reductie in alinea 1
.genieten, op het eind van het jaar nog een restitutie te ver-
.leenen. De practijk heeft ook uitgewezen, dat op extra voor-
,deel door de belanghebbenden niet wordt gerekend.
„Aan artikel 4 is een alinea toegevoegd betreffende het
.inzouten van spek en het smelten van vet. De werkzaam-
,heid van de Varkens-crisis-centrale schept voor het slacht-
,huis op dit punt mogelijkheden, die bij het handhaven van
,het bestaande invoerkeurloon van de tweede alinea daar-
,voor verloren gaan. Daarom wordt voorgesteld voor spek
,en vet het invoerkeurloon beduidend te verlagen. Deze ver
daging is echter slechts mogelijk, als het slachthuisbedrijf
.behalve het invoerkeurloon nog rechten wegens inzouten
.(pekelcellen) en smelten toevallen. Daarom is de eisch
.gesteld, dat op het slachthuis moet worden gezouten en
.gesmolten, anders dient het gewone invoerkeurloon betaald,
,ook al omdat de controle op particuliere vetsmelterijen zeer
„kostbaar 'is.
„In artikel 5 wordt voorgesteld de huren van pekel- en
