6 JULI 1934. 325 Algemeen werd gewaardeerd, dat Hij, zoo spoedig na Zijn intreden in het land. Zich daaraan wist aan te passen en den weg zocht en vond om binnen de lijnen, die Zijn positie Hem nu eenmaal voorschreef, Zijn interesse voor groote volksbelangen tot nuttig effect te doen gedijen. Herhaaldelijk mochten wij ook te Breda van zijn belang stelling getuige zijn. Ik denk hierbij aan Zijn bezoek, kort na mijn komst alhier, waarbij wij ten tijde van een congres hier ter stede de eer hadden Hem gastvrijheid te verleenen, aan de dagen in 1928, waarin Hij aan de zijde van de Koningin en de Prinses in deze raadzaal werd ontvangen en door onze bevolking hartelijk werd toegejuicht, aan Zijn bezoek vóór enkele jaren ter viering van het jubileum van een der hier gevestigde regimenten. Nog andere malen mocht Breda zich in Zijn aanwezigheid verheugen en steeds werden degenen, die met Hem in aanraking kwamen, getroffen door Zijn eenvoud, Zijn warsheid van uiterlijk vertoon, Zijn hartelijk gevoel voor de bevolking in al haar geledingen. De zware taak van Hare Majesteit de Koningin, de zorgen, waarin Onze Kroonprinses deelt, worden door dit groote verlies andermaal zwaarder. Ons Nederlandsche Volk, ook de bevolking van Breda, kan het dragen ervan ver lichten door de Koninklijke Familie metZijn liefde te omringen. Als uiting daarvan moge ik Uw Raad uitnoodigen het volgende adres van rouwbeklag tot Hare Majesteit de Koningin te richten Mevrouw, „De Raad der gemeente Breda nam met ontroering kennis ,,van het plotseling overlijden van Zijne Koninklijke Hoog- ,,heid Prins Hendrik der Nederlanden en geeft mede namens ,,de burgerij uiting aan zijn hartelijke deelneming in het „groote leed, dat Uwe Majesteit en Hare Koninklijke „Dochter, zoo spoedig na het droevige verscheiden van „Hare Majesteit de Koningin-Moeder, moest treffen. „De bevolking van Breda, die zoo herhaaldelijk Uw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 325