18 JULI 1934. 341 „als wij in ons voornoemd schrijven ook te kennen gaven. „Het wil ons voorkomen, dat, waar de steunregeling in „onze gemeente aan te stellen eischen voldeed en niet te „hoog kon worden genoemd, het feitelijk resultaat zóó is „als ook niet in de bedoeling van den Minister kan hebben „gelegen. „Het is toch zóó, dat juist de menschen met een beroep, „waarvoor lange vakopleiding noodig is, vrijwel algemeen „verlaagd zijn, meerderen met f 2.— per week tot f 2.67. „Een offlcieele indeeling der gemeenten in klassen blijkt „bij nadere informatie niet te bestaan. Blijkbaar zijn de „klassen zóó ingedeeld, dat voor elke gemeente de verlaging „van de- steunnorm (basis) f 1.50 bedraagt, terwijl verdere „vergelijking niet plaats vond, zoodat er geen rekening mede „is gehouden, dat bij de gemeenten verschillen in de steun- „normen voorkwamen, waarvoor geen of geen voldoende „redenen aanwezig zijn. „Door informaties bij enkele gemeenten vernamen wij, dat „zij ten deze als volgt zijn ingedeeld ,,'s-Hertogenbosch IVe klasse; Zwolle 111e klasse „Tilburg lie Heerlen lVeenVe „Eindhoven lie Maastricht IVe „Delftlie „Voor de diverse klassen zijn de steunnormen als volgt: „Ie klasse f 12.-; kindertoeslag f 1.35, „He 11.50; 1.35, II Ie 11.-: 1.20, „IVe 10.50; ï.io. „Ve 10.-; 1.— „Vle 9.50; 1.-. Vile 9.-; 0.75, „VlIIe 8.-; 0.75. „IXe 7.-; 0.50. „Breda is, volgens de U bekende wijzigingsregeling, in „de IVe klasse geplaatst. Plaatsing in de derde klasse zou „vooral diegenen, hiervoor genoemd, die nu het zwaarst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 341