342 18 JULI 1934. „zijn getroffen door de verlaging, eenigszins ten goede komen. „Het is te verwachten, dat ook bij plaatsing in deze klasse, „de totaal-uitkeeringen minder zullen bedragen dan bij de „oude regeling, waarbij moet worden erkend, dat de nieuwe „regeling o.i. juister is, omdat ze dan meer rekening houdt „met de lasten der groote gezinnen. „Wij hebben de eer U voor te stellen, ons te machtigen, „den Minister te verzoeken voor Breda de regeling volgens „de derde klasse van toepassing te verklaren." 17. Voorstel van het raadslid P. G. G r u ij s c.s. om den Minister van Sociale Zaken te verzoeken, de crisis steunregeling voor werkloozen zoodanig te wijzigen, dat de gemeente Breda, in plaats van in de vierde klasse, in de derde klasse wordt ingedeeld. 19. Adres van de R. K. Werkliedenvereeniging „St. Petrus", daarbij verzoekende, er bij den betrokken Minister op aan te dringen, dat de gemeente Breda, voor wat betreft de steunverleening aan werkloozen, wordt geplaatst in de derde klasse. De heer LOONEN zegt het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Namens de R. K. Raadsfractie kan ik U verklaren, dat deze zeer sympathiek staat tegenover het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Ook onze fractie is er van overtuigd, dat de nieuwe steunregeling een verlaging mede brengt, die te zwaar op de meeste werkloozen van Breda drukt. Waar Burgemeester en V/ethouders en de Raad van Breda er voor gezorgd hebben, dat hier geen overdadige of abnormaal hooge steun werd gegeven, in tegenstelling met gemeenten, die dat wèl gedaan hebben, wordt Breda door deze algemeene maatregelen te veel getroffen. Ik spreek

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 342