18 JULI 1934.
345
Spr. gelooft, dat dit voorbeeld dienst kan doen als een
sterk argument voor plaatsing van Breda in de derde klasse.
Ten slotte zegt Spr., dat hij het beter acht, dat de Burge
meester alleen naar Den Haag gaat, aangezien hij er zeker
van is, dat deze de zaak beter kan bepleiten dan een van
de raadsleden, wie het ook zij. Spr. eindigt met de hoop
uit te spreken, dat de poging succes zal hebben.
De heer KROONE merkt op, dat onder de uitdrukking
„verzoeken", welke Burgemeester en Wethouders in hun
voorstel aan den Raad gebruiken, toch zeker wel zal moeten
worden verstaan verzoeken mèt krachtige verdediging.
Voorts zegt Spr., dat hij, na vernomen te hebben, dat
de Burgemeester van Zwolle alleen heeft weten te bereiken,
hetgeen aan de afvaardiging uit Roosendaal niet is gelukt,
er meer voor gevoeld om den Burgemeester alleen naar
Den Haag te laten gaan. Het zal den heer Meijvis wel
bekend zijn, dat de vakcentrales te kennen hebben gegeven,
dat, als er bij de Regeering nog iets te bereiken valt op
het gebied der steunverleening, dit dan door de gemeente
besturen zal moeten worden verkregen. Als er nu, volgens den
wensch van den heer Meijvis, twee raadsleden met den Burge
meester medegaan, dan zullen dat uiteraard lieden zijn, die vol
komen op de hoogte zijn met de steunverleeningsaangelegen-
hedenmen loopt dan echter gevaar, dat men in Den Haag zal
denken, dat zij te veel voor de belangen van hun eigen
klasse opkomen, met het gevolg, dat op het verzoek niet
wordt ingegaan. Spr. acht het daarom beter, dat de Burge
meester alleen gaat, al is hij in principe niet tegen het
zenden van een afvaardiging uit den Raad.
Spr. is, in tegenstelling met den heer Broos, van mee
ning, dat de groote massa der steuntrekkenden niet beter
wordt met de nieuwe regelingmen moet al heel veel
kinderen hebben om er op vooruit te gaan. Spr. gelooft,
dat, als de heer Broos eens dieper in de materie door
dringt, hij wel tot een andere conclusie zal komen.