18 JULI 1934.
347
is ingevoerd om die onjuistheden weg te nemen, maar om
te bezuinigen, toch kan men waardeering hebben voor het
feit, dat daarbij meer rekening is gehouden met de lasten
der groote gezinnen. Het College van Burgemeester en
Wethouders nu is van meening, dat men bij de steunver-
leening ook rekening moet houden met den loon- en levens
standaard in vergelijkbare gemeenten. De oude regeling
voldeed in deze gemeente aan te stellen eischen; de steur.-
uitkeeringen konden hier niet te hoog woiden genoemd.
Daarom stellen Burgemeester en Wethouders voor om er
bij den Minister op aan te dringen, Breda alsnog te plaatsen
in de derde klasse. Daarbij komt nog, dat het niet de bedoeling
van den Minister kan lijn om de steunuitkeeringen aan
vaklieden met groote gezinnen ook te verlagen De levens
omstandigheden dezer menschen zijn uiteraard anders dan die
der ongeschoolden, die ook in normale tijden een lager
inkomen hadden.
Men heeft het den heer Broos kwalijk genomen, dat
hij het principe van de nieuwe steunregeling juister acht dan
dat van de voorgaande Spr. is ook die meening toe
gedaan als er een bepaald bedrag te verdeelen valt, dan
is het niet meer dan billijk, dat degenen, die 't het meest
noodig hebben, ook het meeste krijgen. De groote gezinnen
uit de lage loonklassen zijn dan ook over het algemeen vooruit
gegaan waar er echter gezinsinkomsten zijn, gaat men
achteruit. Hieruit ziet men, dat, waar volgens den heer
M e ij v i s op de eerste plaats gebrek aan brood en
klompen zou moeten ontstaan, vooruitgang valt te constateeren.
Wat nu betreft het zenden van een deputatie naar Den
Haag, zegt Spr., dat, voorzooverre hem bekend, zoon
deputatie nergens resultaat heeft opgeleverd zij kan den
Minister niet te spreken krijgen. Daarom acht Spr. het
gewenscht, dat men de zaak aan het College van Burgemeester
en Wethouders of aan den Burgemeester alleen overlaat.
Het is er toch enkel en alleen maar om te doen iets voor
de steuntrekkenden te bereiken welnu, laat men dan den