18 JULI 1934. 353 Toen Spr. het voorstel gelezen had, kwam terstond de vraag bij hem op: Wat wil men nu eigenlijk? Bij de be- grootingsdebatten 1933 is over het denkbeeld van werk verruiming op groote schaal uitvoerig gediscussieerd. Uit de notulen, welke daarvan zijn opgemaakt, blijkt, dat de Raad niet van oordeel was, dat maar moest worden door gegaan, de Gemeente met schulden te belastenin dien geest is toen door verschillende leden gesproken. Bij de be handeling van de gemeentebegrooting voor 1934, toen de economische toestand nog slechter was geworden, is er heelemaal niet op werkverruiming op groote schaal aange drongen, ook niet van de zijde van hen, die zulks bij de begrooting voor 1933 hadden gedaan, omdat meninzag.dat het niet kon. Laat de heer G r u ij s c.s. zich toch eens re- aliseeren, dat juist voor de steuntrekkenden de gezonde toestand van de gemeente-flnanciën van het meeste belang isgaat men door uitvoering van kostbare werken dien toestand verslechteren, dan komt weldra een tijd, dat er wellicht te weinig geld is voor de steunuitkeeringen en men heeft zoo juist, bij de behandeling van het vorige punt der agenda, kunnen hooren, dat vermindering dier steunuit keeringen zoo moeilijk is door te voeren. Men moet wel bedenken, dat de schulden, welke men voor dergelijke werken noodwendig moet maken, jarenlang op de financiën der ge meente blijven drukken. Als men nu nagaat het lijstje van werken, dat in het voorstel is opgenomen, dan komt men tot de conclusie, dat er niets nieuws onder de zon isal die werken zijn door Burgemeester en Wethouders reeds lang onder de oogen gezien sommige kunnen niet uitgevoerd worden wegens de financieele bezwaren, welke daaraan verbonden zijn, andere, omdat omstandigheden buiten hun wil de uitvoering eivan beletten. B.v. van twee der genoemde werken de aanleg van sportvelden in den Boeimeerpolder en het bouwen van een brug over den Weerijssingel, wordt de uitvoering ver traagd door moeilijkheden met het betrokken waterschap.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 353