388
39 AUGUSTUS 1934.
er wel toe mee om den omzet op peil te houden? Terwijl
de prijzen van vrijwel alle dingen omlaag gaan, betaalt men
in hotels en café's nog steeds evenveel als enkele jaren ge
leden. Het zal ermee gaan als met de spoorwegen; als men
de prijzen eindelijk zal móéten gaan verlagen, is het reeds
te laat. Om al deze redenen zal Spr. voor het prae-advies
van Burgemeester en Wethouders stemmen.
De heer VAN KEEP geeft toe, dat andere bedrijven
het ook moeilijk hebben. De kwestie van het sluitend zijn
der begrooting, door den heer Kroone aangesneden, acht
Spr. thans niet aan de orde. De vraag is nu slechts is de
personeele belasting voor café s enz. rechtvaardig of niet
Is men van oordeel van niet, dan dient dat te worden ver
anderd, onafhankelijk van de begrootingspositie.
De heer VAN DER VEN merkt op, dat in Arnhem
deze zaak wél naar de behandeling van de begrooting is
verwezen. Wat in Arnhem kan, zal ook in Breda wel moge
lijk zijn.
De heer MABELIS verklaart accoord te gaan met het
geen de heer Kroone heeft gezegd. Er zijn hier wel be
zwaren, maar deze gaan tegen de personeele belasting als
zoodanig. Eenige onbillijkheid in de wijze, waarop de café's
enz. hier worden belast, ziet Spr. niet. De wet zelf maakt
reeds onderscheid tusschen café's en hotels en restaurants.
Indien de gemeente daarvan gaat afwijken, is dat bevoor
rechting van een bepaalde groep.
Spr. kan niet aannemen, dat het leven van deze bedrijven
zal afhangen van deze belasting.
Dat de regeering de onbillijkheid van een en ander zou
hebben ingezien, kan Spr. ook niet toegeven. Indien zulks
het geval ware, dan zou de wet op dit punt gewijzigd zijn.
Nu de beslissing echter aan anderen, met name aan de ge
meenten is overgelaten, blijkt daaruit wel, dat een onrecht
vaardigheid hier niet aanwezig is.