394
30 AUGUSTUS 1934.
wijziging van de schoolgeldregeling voor het Gymnasium,
luidende als volgt
„Bij het laatste afdeelingsonderzoek der gemeente-be-
„grooting werd wijziging gevraagd van de schoolgeldregeling
„voor het Gymnasium. Hierop werd dezerzijds medegedeeld,
„dat onderzocht zou worden in hoeverre deze schoolgeld-
„regeling kon worden aangepast aan de inmiddels nieuw ver-
„schenen schoolgeldregeling voor de Rijks H.B.S.
„Aan de hand van de aanslagen in de rijksinkomstenbe-
„lasting over het dienstjaar 1933 34 is een berekening op-
„gezet, waaruit is gebleken, dat bij invoering van het tarief,
„geldend voor de H.B.S een hoogere opbrengst zal worden
„verkregen van pl m. f 1575.
„Daar niet over de vermogens der schoolgeldplichtigen
„wordt beschikt, omdat deze, behoudens toestemming van den
„Minister van Financiën, niet worden verstrekt, kon hier-
„mede geen rekening worden gehouden. Groot verschil zal dit
„o i. niet uitmaken, daar het hier slechts een klein aantal
„aanslagen (64) uitmaakt.
„Bovendien wordt bij toepassing van het rijkstarief rekening
„gehouden met de samenstelling der gezinnen van de school-
„geldplichtigen en betalen de groote gezinnen minder dan
„de kleine
„Tevens is in aanmerking genomen, dat, wanneer meer-
„dere kinderen uit één gezin het Gymnasium bezoeken, voor
„het volgend kind minder schoolgeld verschuldigd is. Bij
„de thans geldende verordening blijft het schoolgeld voor
„alle kinderen gelijk.
„De hoogere opbrengst van het schoolgeld schuilt hoofd-
„zakelijk hierin, dat de bestaande verordening als maximum
„f 300.schoolgeld aangeeft en de rijksregeling f 412.
„Daar het rijkssubsidie voor het Gymnasium ingaande
„1 Maart 1934 met 10zal worden verminderd, komt het
„ons gewenscht voor eenige compensatie aan te brengen in
„den vorm eener hoogere opbrengst van het schoolgeld.
„Ook is er geen reden, waarom het schoolgeld voor het
