396 30 AUGUSTUS 1934. „omstandigheden het nadeel van verhoogde pensioenkorting „te compenseeren door een even groote salarisverhooging. „Naar onze meening zijn de salarissen en loonen in deze „tijden niet van dien aard, dat een verhooging met 1 0 „noodig is. ,,De Commissie van het georganiseerd overleg in ambte- „naarsaan gelegen he den ver zocht Burgemeester en Wethouders „den Raad een voorstel te doen tot verhooging der salarissen „met 1 ingang van 1 Juli 1934, den datum waarop „de verhoogde pensioenkorting inging. Wij hebben de „organisaties der ambtenaren bericht, dat er voor ons geen „termen aanwezig zijn om aan hun verzoek te voldoen.'' De VOORZITTER licht dit voorstel even nader toe en deelt mede, dat er van de Besturen van de Alg. R.K. Ambte- narenvereeniging en van den Nederl. Bond van Gemeente ambtenaren, afdeelingen Breda een adres is ingekomen, waarin wordt verzocht, de door deze wetswijziging opgelegde extra korting ten bedrage van 1 '/'a °/0 van het salaris, te compen seeren door een toeslag op de salarissen ter grootte van hetzelfde bedrag. Het komt Spr. het beste voor, dit adres te behandelen tegelijk met het onderhavige voorstel van Burgemeester en Wethouders. De heer KOOIJMAN heeft in het adres van de orga nisaties gelezen, dat na ingesteld onderzoek zou zijn gebleken, dat de Bredasche salarissen, getoetst aan de normen van het Rapport-Schouten, niet te hoog zouden zijn. Spr. zal gaarne van het College vernemen, of daaromtrent van Regeeringswege een officieel onderzoek is ingesteld en wat daarvan de resultaten zijn. De heer VISSER zegt het volgende Mijnheer de Voorzitter. De voorgestelde verhoogde pensioenkorting is niet het gevolg van den financieelen toestand der Gemeente, maar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 396