30 AUGUSTUS 1934.
403
te stellen, dat het publiek aan gas de voorkeur gaat geven
boven andere brandstoffen.
Wat de verlaging van het tarief voor muntmeters betreft,
herinnert Spr. zich niet, daarover een voorstel van den
heer K o o ij m a n te hebben ontvangen. Niettemin zal
Spr. aan deze materie ook de noodige aandacht geven.
De heer KOOIJMAN verklaart bij de behandeling van
de begrooting op de zaak van de muntmeters nader te
zullen terugkomen. Administratieve bezwaren, welke destijds
naar voren zijn gebracht, mogen aan een verlaging van
het tarief niet in den weg staan, als daarmede een ver
hooging van de gasafgifte kan worden bereikt.
De heer VISSER zal het voorstel van Burgemeester en
Wethouders steunen. Evenwel lijkt het Spr. toch van belang
nader te worden ingelicht omtrent het verbruik van gas
door de verschillende categorieën en de verschuivingen,
welke zich daarin voordoen. Spr. verzoekt Burgemeester
en Wethouders deze zaak te willen bestudeeren en de
resultaten bij de behandeling van de begrooting kenbaar
te maken.
De VOORZITTER wijst er den heer Visser op,
dat hij deze gegevens reeds zal kunnen vinden in de
rekening van het gasbedrijf, zoodat nadere gegevens daar
omtrent overbodig zijn.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders
wordt hierop zonder hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot con
versie van een viertal geldleeningen, luidende als volgt:
„Ingevolge raadsbesluiten van 22 September 1926, 7 April
„1927, 25 November 1927 en 18 Maart 1930 zijn met de