404
30 AUGUSTUS 1934.
„directie van de pensioenfondsen voor de koloniale lands
dienaren en locale ambtenaren te 's-Gravenhage de na
volgende geldleeningen aangegaan
4a/a°/0 (1926) oorspr. groot f 462,000,— restant f 315,000,
„4V/0 ('927) f 576,500,- f 419,600,-
„4»/4°/o (1927/28),, f300,000,- f 288,000,-
„46/80, o (1930) f 750,000,- f 654,000,-
Totaal f 1,676,600,
,,In verband met een daling van het rentepercentage is
„conversie van deze geldleening overwogen.
,,De directie is bereid gevonden bovengenoemde restanten
„per 1 November a.s. te converteeren in een nieuwe geld-
„leening, op de navolgende voorwaarden
,,le rente 4"o 's-jaars.
,,2e koers 9915!0„.
,,3e gedurende de eerste vijf jaren moet bij extra
„aflossing l°o vergoeding worden betaald
„over het extra af te lossen of te conver-
„teeren bedrag.
„Desgewenscht kan het leeningsbedrag worden verhoogd
„met het bedrag van het disagio.
„Het aanbod komt ons aannemelijk voor.
„Uit practische overwegingen wordt het gewenscht
„geacht, dat de 4 geldleeningen voortaan niet afzonderlijk
„meer blijven voortbestaan, doch samensmelten in één leening.
„Het nominale bedrag van de nieuwe geldleening zal
„zooveel moeten bedragen, dat bij den koers van 99.5 een
„reeël bedrag van f 1,676,600,wordt verkregen. Om dit
„bedrag te ontvangen moet geleend worden: f 1,685,025,12.
„Van de restanten der 4 geldleeningen wordt momenteel
„een rente betaald, gerekend over een vol jaar, in totaal
„f 78427,25. De rente van de nieuwe leening, eveneens
„over een geheel jaar, bedraagt f67064,
„Het rentevoordeel over één geheel jaar is dus f 1 1363,25.
„Dit voordeel (hoewel het bedrag jaarlijks, door aflossing
