408 30 AUGUSTUS 1934. een commissie, bestaande uit de heeren Loonen, Van Houten en Venker, Daartoe wordt besloten, 48. Rapport van de Commissie tot onderzoek van de rekening van ontvangsten en uitgaven van het Oude Mannen huis over het dienstjaar 1933. De heer KRAIf brengt als voorzitter dier commissie het volgende rapport uit ,,De Commissie uit Uwen Raad, die opdracht ontving om ,,de rekening en verantwoording van het Oude Mannenhuis „over het dienstjaar 1933 te onderzoeken, heeft de eer Uwen „Raad te berichten, dat deze rekening met de bescheiden „door haar is nagezien en in orde bevonden. „Het is de Commissie tevens gebleken, dat de administratie „met de meeste nauwkeurigheid en correctheid wordtgevoerd. „De Commissie meent evenwel, dat het onderzoek der „rekening belangrijk zou worden vergemakkelijkt, indien „le. de rekening werd gesplitst in gewone- en kapitaal ontvangsten en uitgaven ,,2e. het bepaalde in art. 48, 2e alinea van het Regle- „ment voor het Oude Mannenhuis (gemeenteblad „no. 222) niet alleen in de boekhouding werd toe gepast, doch ook in de aan den Raad in te dienen „rekening tot uitdrukking kwam ,,3e. bij de rekening werd overgelegd een door Heeren „Regenten en Burgemeester en Wethouders gewaar- merkte inventaris van de bezittingen der stichting. „Voorts heeft het onderzoek dezer rekening in de „Commissie de vraag doen rijzen, of het niet een eisch des „tijds kan worden geacht, niet alleen voor het Oude „Mannenhuis, maar voor alle soortgelijke stichtingen, bij de „aan den Raad in te dienen rekening een accountantsrapport ,,te doen overleggen. In een bespreking met een Commissie uit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 408