30 AUGUSTUS 1934.
409
„Heeren Regenten bleek ons, dat een dergelijk imperatief
„voorschrift door hen op prijs kon worden gesteld. Uw
„Commissie meent dan ook tot een dergelijk voorschrift te
„moeten adviseeren."
De VOORZITTER dankt de commissie voor het gehouden
onderzoek en uitgebracht rapport en zegt toe, dat ten aan
zien van de gemaakte opmerkingen in overleg zal worden
getreden met het College van Regenten. Aangezien op de
rekening zelve geen aanmerkingen zijn, stelt Spr. voor, deze
goed te keuren
Daactoe wordt besloten.
RONDVRAAG.
De heer MEIJVIS verzoekt en verkrijgt verlof Burge
meester en Wethouders de volgende vragen te mogen stellen:
1. Hoe komt het. dat de tarieven, welke de Noord-
West-Brab. Waterleidingmaatschappij aan haar aan
geslotenen te Breda in rekening brengt, ondanks een
desbetreffende toezegging van de Directie, nog niet
zijn ingegaan Kunnen Burgemeester en Wethouders
daarop invloed uitoefenen
2. Wordt door Burgemeester en Wethouders iets gedaan
ter uitvoering van de circulaire betreffende huur-
verlaging voor arbeiderswoningen
3 Hoe is de uitslag van het nader overleg met den
Minister inzake plaatsing der gemeente van de IVe
klasse der steunregeling in de Ille?
4. Zijn er maatregelen genomen om den verkeers
gevaarlijken toestand van den nieuwen weg achter
„de Trekpot'' op te heffen?
De VOORZITTER heeft geen bezwaar, deze vragen
dadelijk te beantwoorden.
Op vraag 1 luidt het antwoord dat bij het College van