422
10 OCTOBER 1934.
„vingen, dat, nu de loonen in het vrije bedrijf in den loop
„van den tijd niet onbelangrijke verlagingen hebben onder
daan, het noodzakelijk is, dat ook de loonnorm bij de
„werkverschaffing in deze gemeente, die reeds lang onver
anderd 35 cent per uur bedraagt, gewijzigd wordt, zoodat
ingaande de derde week na ontvangst van zijn mede-
„deeling de loonnorm voor alle van Rijkswege gesubsi
dieerde objecten, waarbij werkloozen uit deze gemeente
„zijn geplaatst, door den Minister wordt bepaald op 33 cent
„en de vergoeding voor regenverlet op 26 cent per uur.
,,In verband hiermede zijn de uurloonen en de vergoeding
„voor regenverlet bij de onderscheidene werkverschaffingen
„in deze gemeente dienovereenkomstig verlaagd met ingang
„van de werkweek, aanvangende op 30 Augustus j.l."
Den heer VAN HOUTEN heeft het verwonderd, dat
deze mededeeling nu eerst aan den Raad gedaan wordt,
terwijl de verlaging der uurloonen op 30 Augustus 1.1. is
ingegaan, namelijk drie weken nadat de ministerieele circu
laire in het bezit van Burgemeester en Wethouders was
gekomen. Nu weet Spr. wel, dat er aan dergelijke maat
regelen van hoogerhand niet veel te veranderen is, maar
hij acht het toch wenschelijk, dat de Raad daaromtrent op
tijd wordt ingelicht, opdat hij zijn oordeel daarover kan
uitspreken.
Wethouder VAN BUITENEN deelt mede, dat de
circulaire van den Minister op onverklaarbare wijze uit
den gewonen loop van zaken is geraakt, waardoor de Raad
niet op tijd met den inhoud daarvan in kennis gesteld is
kunnen worden. Zelfs de loonsverlaging is daardoor niet
op het juiste tijdstip ingevoerd geworden.
Na deze mededeeling wordt opgemeld schrijven
voor kennisgeving aangenomen.