42 2 FEBRUARI 1934. „artikel 19 voorstelt, is slechts een gevolg van het feit, dat „zij door deze wijziging hare bedoeling die ook die van „den Raad is gebleken beter tot uitdrukking wenscht te „brengen. De wijziging heeft dus niet meer dan de betee- „kenis van een redactieverbetering. „Gedeputeerde Staten vragen ten slotte, aan de verorde- „ning toe te voegen de bepaling, dat het gezinspensioen wordt „geschorst, indien en voor zoolang de gepensionneerde we- „duwe van een wethouder zelve het wethouderschap be kleedt. „Te dezer zake kan worden opgemerkt, dat art. 100, 3e „lid der Gemeentewet, voor zoover hier van belang, bepaalt, „dat wethouders behalve hun jaarwedde geenerlei inkomen „uit de gemeentekas genieten. Het is dus reeds op grond „van deze bepaling verboden aan een vrouwelijk wethou- „der weduwenpensioen uit te keeren. „Iets anders is het weezenpensioen van haar kinderen. „Hiervoor gaat'blijkens art. 13 de normale regel van het 2e „lid van artikel 5 door. Er is geen reden te zien, waarom „in het door Gedeputeerde Staten gestelde en wel zeer uit zonderlijk geval een afwijkende regeling zou moeten wor- „den getroffen. Ook het financieel belang maakt naar het „inzicht der Commissie afwijkende regeling niet noodig, wes- „halve zij voorstelt aan den wensch van Gedeputeerde Staten „geen gevolg te geven. „De Commissie grijpt deze gelegenheid aan om tevens ,een redactieverbetering in artikel 1 onder 2 aan te bevelen. ,Er wordt daar tweemaal achtereen van 25% gesproken, ,Door schrapping van eenige woorden is dit bezwaar te .ondervangen. „Resumeerende heeft de Commissie de eer U voor te .stellen: 1, „In artikel 1, 2e lid, te schrappen de woorden: „voor „het derde jaar 2,5%". 2. „In artikel 4, 3de lid, te schrappen de woorden: „of

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 42