432 10 OCTOBER 1934. ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen van een commissie van drie leden. Daartoe besloten zijnde en op verlangen van den Raad, dat de Voorzitter die leden zal aan wijzen, worden door hem als zoodanig benoemd de heeren Gruijs, Houben en Venker. 19. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders, op een aanvrage van het bestuur der R. K. u.l.o.-school „St. Antoine", om beschikbaarstelling van gelden voor het aanschaffen van een kast ten behoeve dier school, luidende als volgt: „Naar aanleiding van inliggend verzoekschrift van het „bestuur der R.K. u.l.o -school ,,St. Antoine" om gelden te „mogen ontvangen voor het aanschaffen van een kast voor „natuurkunde-instrumenten, hebben wij de eer het volgende „onder Uw aandacht te brengen „Uit het verzoekschrift blijkt, dat de boekenkast, waar- „voor thans gelden worden verzocht, reeds aangeschaft is. „Het wil ons voorkomen, dat de aanvrage geen steun kan „vinden in art. 72 der lager onderwijswet. Onze meening „is allereerst gegrond op de bewoordingen van voornoemd „wetsartikel. Dit artikel toch bepaalt uitdrukkelijk, dat, „wanneer een schoolbestuur ten behoeve van zijn school „schoolmeubelen, de leer- en hulpmiddelen daaronder be grepen, wenscht aan te schaffen, dit aan Uw College een „aanvrage kan richten om de benoodigde gelden te ont vangen. Hieruit kan, naar onze meening, niet anders „gelezen worden, dan dat de wensch tot aanschaffing, dus „de aanvrage aan de aanschaffing dient vooraf te gaan. „Heeft men het verlangde voorwerp reeds in zijn bezit, dan „is daardoor de wensch ernaar komen te vervallen. „Hetgeen in de onderwerpelijke aanvrage, nu de ver langde kast reeds is aangeschaft, in feite verzocht wordt „is vergoeding der kosten van aanschaffing, maar niet de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 432