2 FEBRUARI 1934. 43 ,,en in hoeverre de ziekte of gebreken van den ge- „wezen wethouder hem bij de voorziening in zijn „levensonderhoud tot nadeel zijn'' en daarvoor in de „plaats te stellen de woorden: „of de betrokkene onge schikt is voor de waarneming van het ambt van „wethouder". 3. „Het 3de lid van art. 9 te schrappen en daarvoor in „de plaats te stellen: „Afloopend weduwenpensioen „wordt uitgekeerd gedurende een gelijk aantal jaren „als de echtgenoot, ware hij op den datum van zijn „overlijden afgetreden, recht op afloopend pensioen „zou hebben gehad, of, indien hij reeds gepension- „neerd was, nog zou hebben gehad, echter niet lan- „ger dan tot het overlijden of het hertrouwen van „de weduwe. Voortdurend weduwenpensioen tot aan „het overlijden of aan het hertrouwen van de we- „duwe". 4. „In artikel 11, 2de lid, onder c op den derden regel „in te voegen de woorden: „had, of waarop zij aan spraak". 5. „In artikel 12 achter het woord „tijdstip" in te voe- „gen de woorden: „waarop de wethouder den zestig- „jarigen leeftijd had bereikt, of". 6. „In artikel 19 te schrappen de tweede zin van de 3e „alinea en daarvoor in de plaats te stellen: „Voor zoo- „ver deze wethouders hun keus hebben doen vallen „op de verordening van 1927 en als wethouder her kozen zullen worden op den eersten Dinsdag van de „maand September 1935, zal alsdan echter voor hun „geheelen diensttijd als wethouder slechts deze ver ordening gelden'. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 43