440 10 OCTOBER 1934. te Dongen, om beschikbaarstelling van gelden voor het aanschaffen van leermiddelen en schoolmeubelen ten behoeve van de R.K. lagere school aan den Oranjesingel. Zonder eenige bedenking wordt dienovereen komstig besloten. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot vaststelling der vergoeding ex art. 101 der L. O-wet aan besturen van bijzondere lagere scholen over het jaar 1932, luidende als volgt „Ingevolge het bepaalde in artikel 101, le lid der l.o - „wet 1920, zooals dit lid is gewijzigd bij de wet van 29 „December 1933 (S. No. 779), vergoedt de gemeente over „elk dienstjaar aan de besturen der bijzondere lagere scholen „de kosten dier scholen, met uitzondering van de jaarwedden „en wedden der onderwijzers. „De aanvragen der betrokken schoolbesturen om toe kenning dezer vergoeding over het jaar 1932 gaan hierbij. „De vergoeding wordt, ingevolge art. 103 sub 4 der „l.o.-wet, vastgesteld zoodra de gemeenterekening over het „betrokken jaar is gesloten. Aangezien de rekening over „het dienstjaar 1932 door Gedeputeerde Staten is vast gesteld bij hun besluit van 16 Mei 1934, G. No. 364, kan „de vaststelling der vergoeding over gemeld jaar thans „plaats hebben. „In verband met bovenvermelde wijzigingswet komen als „kosten in aanmerking de kosten volgens art. 55 onder e „tot en met h en o der l.o.-wet, alsmede die van instand houding, met dien verstande, dat dit, voor zooveel betreft „de kosten voor het aanschaffen van schoolboeken, leer middelen en schoolbehoeften, bedoeld in art. 55 onder f. „alleen het geval is, indien deze aanschaffing strekt tot ver hanging van leer- en hulpmiddelen, die tengevolge van „langdurig gebruik niet meer gebruikt kunnen worden of „tot aanvulling van den voorraad van schoolbehoeften in „verband met de vermindering door verbruik.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 440