452
10 OCTOBER 1934.
Den heer MEIJVIS is het niet duidelijk, of het in de
bedoeling van Burgemeester en Wethouders ligt, het
volgend jaar weer ventvergunningen aan buitenlanders te
verkenen of niet.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en
Wethouders in hun prae-advies toch duidelijk hebben doen
uitkomen, dat zij dezen zomer slechts bij wijze van over
gang aan een tiental Italianen vergunning hebben verleend
tot het venten met consumptie-ijs. In het slot van het prae-
advies ligt dan ook een voor adressanten gunstige gedachte
opgesloten.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop
conform het prae-advies van Burgemeester en
Wethouders besloten.
33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot
beschikbaarstelling van een crediet, groot f 300,'—, voor
den aanleg van een revolverschietbaan in den tuin van het
Bureau van Politie.
Den heer VAN HOUTEN komt den aanleg van een
schietbaan midden in de stad gevaarlijk voor. Daarbij komt,
dat revolver-schieten, omdat het moeilijker is, meer gevaar
voor de omgeving oplevert dan het schieten met geweren.
Spr. wil daarom, alvorens in den voorgestelden aanleg toe
te stemmen, de volle zekerheid hebben, dat er afdoende
veiligheidsmaatregelen zullen worden getroffen. Spr. vraagt,
of er met scherpe dan wel met marga-patronen zal worden
geschoten.
De VOORZITTER zal die vraag aan den Commissaris
van Politie voorleggen Spr. gelooft echter niet, dat er
met scherp geschoten zal worden. De omgeving van den
aan te leggen schietbaan is goed te beveiligen. Er zijn
proeven genomen om te constateeren, of het schieten hinder