10 OCTOBER 1934. 457 bezit een werkelijk belangrijke verzameling op dat gebied. In een desbetreffende uitgave van het Provinciaal Genoot schap van Kunsten en Wetenschappen in Noordbrabant kan men daarvan kennis nemen. De heer VAN DER VEN vraagt, of men met dit bedrag van f 3500.nu beslist van het Museum af is. De VOORZITTER Neen, daarvoor krijgt men juist een museum De heer VAN DER VEN Ik bedoel, of dit nu wer kelijk het laatst noodige bedrag is om de inrichting van het Museum te voltooien. De VOORZITTER In dit geval kan die vraag wel bevestigend beantwoord worden, omdat thans overzichtelijk was, wat nog was te verrichten. Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het voorstel van Burgemeester en Wet houders besloten. «s* 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot ver bouwing van het voormalig schoolgebouw aan de Hout markt, luidende als volgt ,,De hierna omschreven omstandigheden maken het nood- zakelijk te voorzien in een ruimere huisvesting van het burgerlijk armbestuur en het bureau voor steunverleenirg ,,en werkverschaffing. „De thans in gebruik bij het burgerlijk armbestuur zijnde „lokalen zijn, gezien de uitbreiding der werkzaamheden der „laatste jaren en als gevolg daarvan de toeneming van het „personeel, te klein geworden voor een behoorlijke onder brenging van dien dienst. „Het verdient bovendien aanbeveling om het bureau voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 457