460 10 OCTOBER 1934. 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver betering van den Ginnekenweg, luidende als volgt „Bij raadsbesluit van 29 October 1930 werden Burge meester en Wethouders gemachtigd tot uitvoering te doen „overgaan van een plan tot verbetering van het stadsdeel „gelegen tusschen de Koninginnestraat, de Molengracht- „schestraat, de Molenleij en den Ginnekenweg. Tot dat doel ,,werd in diezelfde raadsvergadering een crediet verleend, „groot f357.500..Onder verwijzing naar den inhoud van „genoemd raadsbesluit, zij medegedeeld, dat in 1931 met „het eerste deel der verbeteringen een aanvang werd ge maakt en dat hiertoe een crediet van f 150.500.— noodig „was. Aan ons college werd overgelaten om het overige „gedeelte van het verleende crediet in 1932 of volgende „jaren te verwerken, zulks naar gelang de werkzaamheden, „naar ons oordeel, voortgang dienden te hebben. „De steeds slechter wordende tijdsomstandigheden deden „er ons van af zien om tot heden de verdere werkzaam heden te doen uitvoeren. Thans echter is de toestand „van de rioleering en bestrating van den Ginnekenweg, „van dien aard geworden, dat langer uitstel niet wel mo- „gelijk is. „Door den dienst van Openbare Werken hebben wij de „begrooting voor de verbetering van Ginnekenweg en „tweede deel Bloemenkwartier, welke in 1930 een bedrag van „f206.000.aanwees, doen herzien. De groote prijsdaling „der materialen en de verlaging der loonen zijn oorzaak „dat, blijkens een nauwgezette berekening, thans met een „bedrag van f 152.000.kan worden volstaan, en wel „f 68.000.ten behoeve van den Ginnekenweg en f 84000. „ten behoeve van het tweede deel der Bloemenbuurt. Op „bijgaande kaarten is aangeduid hoe de rioleering, bestrating „en profileering van de te verbeteren straten wordt gedacht. „Wij hebben hier slechts aan toe te voegen, dat het ons „juister voorkomt om de op de teekening van den Ginneken- „weg voorkomende profileering vanaf het begin van den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 460