10 OCTOBER 1934 469 0 „twaalfde gedeelte der jaarwedde uitbetaald, vermeerderd 1 „of verminderd met zoodanige toeslagen, resp. kortingen als in „de in artikel 12 bedoelde verordening zullen worden geregeld". De hier bedoelde verordening is vervat in Gemeenteblad no. 303 de salarisregeling voor de ambtenaren in dienst der gemeente Breda, vastgesteld door den Raad op 4 Maart 1920, toen er dus nog geen sprake was van pensioenkorting. Mijns inziens moet de regeling der inhouding in deze ver ordening worden vastgelegd. Waar ik gaarne de meening van den Raad in deze zaak wil kennen, Mijnheer de Voorzitter, ben ik zoo vrij, U de volgende motie ter hand te stellen „De Raad der gemeente Breda; „Gezien het feit, dat het pensioenverhaal der ambtenaren „thans geschiedt door inhouding in driemaandelijksche „termijnen „Gehoord de besprekingen „Spreekt de wenschelijkheid uit, dat het pensioenverhaal zal „geschieden bij iedere uitbetaling van het salaris en wel in „telkens ongeveer gelijke bedragen „en gaat over tot de orde van den dag." De VOORZITTER stelt voor, deze motie te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Deze aangelegenheid heeft al meermalen een punt van bespreking uitgemaakt in het College van Burgemeester en Wethouders. Er zijn aan het maandelijks inhouden der pensioenkorting moeilijkheden verbonden, doch wellicht zijn zij bij nadere overweging te ondervangen. k De motie-K o o ij m a n wordt hierop gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om prae-advies. Vervolgens wordt zonder eenige bedenking besloten overeenkomstig opgemeld voorstel van Burgemeester en Wethouders.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 469