470 10 OCTOBER 1934. 40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, in zake verruiming van de verkoopgelegenheid voor winkels op Zondag, luidende als volgt „Bij de onlangs plaats gehad hebbende wijziging van de „winkelsluitingswet is o.a. bepaald, dat op Zondag voor „het publiek geopend mogen zijn: „1. winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak visch, „2. winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak fruit, „3. winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak een of meer „der navolgende waren brood, banket, suikerwerk, „chocolade, al dan niet te zamen met consumptie-ijs, „4. winkels, waar uitsluitend of in hoofdzaak tabaks- artikelen worden verkocht en „5. winkels, waarvoor een volledige- of een slijtvergunning „ingevolge de Drankwet is verleend. „De openingsuren moeten liggen tusschen 8 uur des „voormiddags en 8 uur des namiddags. „De categorieën 1 tot en met 3 kunnen ten hoogste 6 „achtereenvolgende uren geopend zijn de categorieën 4 en „5 ten hoogste 4 achtereenvolgende uren, terwijl dan alleen ,de bovengenoemde waren mogen worden verkocht. „Tot deze openstelling zal echter eerst mogen worden .overgegaan, indien en voor zoover de gemeenteraad heeft .verklaard van oordeel te zijn, dat de tegenwoordige .buitengewone tijdsomstandigheden daartoe aanleiding geven. „Deze verklaring zal echter door den gemeenteraad niet „kunnen worden afgelegd, dan nadat belanghebbenden uit „het betrokken bedrijf zijn gehoord. In verband daarmede „hebben wij ons tot de twee middenstands- en de twee „personeelsorganisaties te dezer stede gewend, benevens tot „de Kamer van Koophandel met het verzoek zich te willen „belasten met het hooren van de belanghebbenden bij de „betrokken bedrijven. „De uitslag van deze enquête is neergelegd in een bijlage „dezes II. Daaruit blijkt, dat de overgroote meerderheid „der winkeliers, die een stem hebben uitgebracht, zich voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 470