2 FEBRUARI 1934. 47 verminderde en op deze wijze meende een offer te plengen op het altaar van den Moloch, die „crisis' heet. En gij, waarde collega Kraij die ditmaal het initiatief tot dit besluit naamt hoe zit ge daar volkomen ontmas kerd, terwijl het Carnaval nog moet beginnen. Uw zoo sluw beraamd plan werd maar al te goed doorzien en geen won der dan ook, dat toen dit zoo zeer en terecht gewraakte be sluit ter kennis van het College van Gedeputeerde Staten kwan, in deze hooge vergadering „de Vlam" der verontwaar diging hoog oplaaide en de Heeren, na elkaar eens geheel onthutst aangestaard te hebben, daarop onmiddellijk den kende aan de bevoegdheid hun gegeven in artikel 64 der Gemeentewet zeiden: „Kip(p)" ik heb je! Hoe is weer op onvolprezen wijze gewaakt voor de belangen der gemeente Breda en haar financiën! Den Wethouder van financiën zie hoe hij glundert mag een gelukwensch met dit fortuin, hem zoo maar geheel ongevraagd en onverwacht in den schoot geworpen, niet worden onthouden. Circa driehonderd gulden zullen worden bespaard op het budget van ruim vier millioen! Welke schoone en ruime perspectieven openen zich niet voor onze oogen! Weg alle somberheid: met één gebaar weggevaagd alle moeilijkheden. Proficiat, gij ambtenaren en werklieden der gemeente, die het zwaard der pensioensheffing thans uit 's Raads handen ziet geslagen. Weg, gij hoogere heffing der personeele belasting; verdwijn, o tweede klasse der gemeen tefondsbelasting en gij spaarpot van het gemeentelijk electri- citeitsbedrijf, gevuld blijft ge, zeg ik U. Buigt allen Uw knieën voor het College, dat dit alles heeft gewrocht en daarmede het financieel evenwicht der gemeente Breda, door haren Raad zoo wreedelijk verstoord, herstelde. Jammer, dubbel jammer is het, dat wij niet weten, welke wiskundige of andere formules het College van Gedeputeer de Staten hebben doen uitmaken, dat 's Raads werkzaam heden met 4.'per keer en per lid op enkele decimalen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 47