480
10 OCTOBER 1934.
de zaak dus niet alleen „an sich" beschouwen. Op grond
van een en ander achten zij het gewenscht de verruiming
der verkoopgelegenheid op Zondag, waartoe de wetswijzi
ging de mogelijkheid opent, ook hier toe te passen, zij het
dan in zoo beperkt mogelijke mate. Burgemeester en Wet
houders hebben, alvorens die beslissing te nemen, de Kamer
van Koophandel geraadpleegd en verder diverse organisaties
gehoord. Met uitzondering van de personeelsbonden, waren
alle voor toepassing der wetswijziging. Nu moge het aantal
uitgebrachte stemmen niet zeer belangwekkend zijn het is
aan den anderen kant wel zeer de vraag, of men de thuis
blijvers als tegenstemmers mag aanmerken. In elk geval
komt men, gezien den uitslag der stemming, tot een aan
zienlijke meerderheid.
Tegen inwilliging van den wensch van den heer Emm el-
kamp, om voor de broodbakkerswinkels, evenals voorde
banketbakkerswinkels, de openingsuren van 11 17 te stellen,
bestaat bij het College geen bezwaar. Derhalve wijzigen zij
hun voorstel in dien zin.
De heer L o o n e n wil den banketbakkers de keuze
laten tusschen gefixeerde uren. Spr. meent, dat daartegen
geen overwegende bezwaren bestaan, al geeft hij persoonlijk
de voorkeur aan eenheid van openingsuren.
De heer EMMELKAMP verklaart zich tegen het voor-
stel-Loonen, daar bet z. i. aanleiding zal geven tot
oneerlijke concurrentie.
De heer MABELIS verklaart, toch nog een zekere waar
deering voor het voorstel van Burgemeester en Wethouders
te hebben, omdat zij daarin niet verder gaan, b.v. ten aan
zien van de slijterijen. Hij had echter nog liever gezien,
dat zij ook de sigarenwinkels buiten de verruiming gelaten
hadden. Zijn waardeering is dus maar betrekkelijk. Spr.
kan om de zooeven uiteengezette redenen, niet voor het
voorstel van Burgemeester en Wethouders stemmen.