486 10 OCTOBER 1934. „glement was het, tegen de bedoeling in, niet strafbaar een „motorrijtuig op meer dan twee wielen des avonds en des „nachts onverlicht op den weg in stilstand te hebben. Als „gevolg daarvan had geen enkele stilstaande auto lichten „op. In dezen toestand is nu onder de nieuwe redactie van „het reglement verandering gekomen. Elke stilstaande auto „moet een half uur na zonsondergang zijn verlicht, behalve „op die plaatsen, door den Gemeenteraad aangewezen. „De ervaring heeft geleerd, dat het geen bezwaar ont- „moet een auto onverlicht te laten staan, mits de auto zelf „behoorlijk te zien is. Dit is b.v. het geval, indien de auto- „mobiel geplaatst is in de onmiddellijke nabijheid van een „brandende straatlantaarn. „Wij zouden U derhalve willen voorstellen te besluiten, „dat het bepaalde bij artikel 16, lid 3, van het Motor- en „Rijwielreglement, betreffende de verlichting van motor- „rijtuigen op meer dan twee wielen, niet van toepassing is ,,op die gedeelten van den openbaren weg, gelegen in de „onmiddellijke nabijheid van een brandende straatlantaarn. „Om echter te voorkomen, dat hierin een gemakkelijke „aanleiding wordt gezien om auto's zonder noodzaak een „geheelen nacht of geheele nachten op den openbaren weg „te laten staan, zouden wij daaraan de beperking willen „verbinden, dat deze vrijstelling slechts geldt tot 1 uur ,,'s nachts. „Wij stellen U voor, Uw besluit van 29 Juni 1928 (ge meenteblad no. 452) aangevuld bij Uw besluiten van 15 „November 1929 (gemeenteblad no. 477) en 30 Juli 1930 „(gemeenteblad no. 500), wederom aan te vullen en wel in „den zin als hier bedoeld." De heer KOOIJMAN vreest, dat zoowel de politie als de houders van auto's weinig pleizier van den voorgestelden maatregel zullen hebben. „In de onmiddellijke nabijheid van een brandende straatlantaarn" is een vaag begripof de auto goed zichtbaar is, hangt o.a. af van de weersgesteld-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 486