24 OCTOBER 1934. 509 de P.N.E.M. en niet de gemeente Breda behooren te worden aangeslagen. Spr. stelt derhalve, namens Burgemeester en Wethouders, voor, tegen de bedoelde aanslagen in beroep te gaan bij den Inspecteur der Accijnzen alhier en zoo noodig van diens beslissing bij de Tariefcommissie, bedoeld in art. 7 der Tariefwet 1929. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 15. Rapport van de Commissie, belast met het onderzoek van de gemeente-rekening over het dienstjaar 1933, waarin zij bericht, dat zij die rekening met de bijlagen heeft onder zocht en daartegen geen bezwaren heeft, weshalve zij in overweging geeft, de inkomsten en uitgaven over dat dienst jaar voorloopig vast te stellen overeenkomstig het door Burgemeester en Wethouders aangeboden ontwerp-besluit. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt, onder dankzegging aan de Commissie voor het gehouden onderzoek en uit gebracht rapport, daartoe besloten. De Wethouders wenschen geacht te worden, zich bij dit besluit van medestemmen te hebben onthouden. Alsnu sluit de VOORZITTER de vergadering. De Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 509