51 2 FEBRUARI 1934. „voor de door de gemeente voor genoemde N. V. te stellen „borgtocht. „Resumeerende hebben wij de eer U voor te stellen meer- „genoemd bod te aanvaarden, overeenkomstig het hierbij- „gaande ontwerp-besluit." Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 32. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot het verstrekken van gelden onder hypothecair verband aan de N. V. „Sportfondsenbad-Breda", luidende als volgt: „In Uwe vergadering van 28 December 1933 kwam „in behandeling een schrijven van Gedeputeerde Staten dezer „provincie, waarbij werd medegedeeld, dat ernstige bezwaren „waren gerezen tegen het ter goedkeuring ingezonden be- „sluit van Uwen Raad van 28 November 1933 in zake de „borgstelling voor een door de N. V. „Sportfondsenbad- Breda" te sluiten geldleening. „Deze bezwaren waren zóó ernstig, dat naar het oordeel „van genoemd College boven deze borgstelling de voorkeur „diende te worden gegeven aan een verstrekking van de gel- „den door de gemeente zelve. „Het bleek, dat de Raad zich met deze opvatting kon ver- „eenigen, zoodat, overeenkomstig ons voorstel, in beginsel „besloten werd, de besluiten van 21 April 1933 en van 28 „November 1933 in te trekken en tot het ter leen verstrek ken door de gemeente van een bedrag, groot 175.000. „aan de N. V. „Sportfondsenbad-Breda". „Uitgaande van dit besluit hebben wij verdere maatre- gelen genomen om te komen tot een afdoening van deze „aangelegenheid. „Omtrent de voorwaarden, waaronder het door de „N. V. „Sportfondsenbad-Breda" benoodigde kapitaal, groot 175.000.zal worden verstrekt, werd met deze N. V.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 51