6 DECEMBER 1934
527
8. Adres van het bestuur van den Bredaschen Bestuur-
dersbond, verzoekende bij de Regeering te willen aandrin
gen op het brengen van de volgende noodzakelijke verbete
ringen in den steun aan werkloozen:
le. verhooging der thans algemeen te laag geachte steun-
normen;
2e. verhooging der percentages, in het bijzonder voor de
arbeiders met lage loonen en groote gezinnen;
3e. verstrekking van een toeslag op de uitkeeringen gedu
rende de wintermaanden;
4e. maatregelen, ten einde de werkloozen op ruimer schaal
van kleeding en dekking te kunnen voorzien;
5e. ruimere beschikbaarstelling van goedkoope boter en
beschikbaarstelling van goedkoope aardappelen;
6e. hulp aan de jeugdige werkloozen door arbeid of steun.
De VOORZITTER verklaart, dat Burgemeester en Wet
houders desgewenscht bereid zijn hierover prae-advies uit
te brengen.
De heer MEIJVIS vindt het beter de zaak direct in behan
deling te nemen. De werkloozen zijn in nood komen te ver-
keeren door de laatste herziening van de steunregeling in
Juli j.l. Spr. behoeft dit niet nader toe te lichten, aangezien
zulks bij het adres voldoende is geschied, terwijl ook bij
vorige gelegenheden is gebleken, dat de Raad unaniem van
oordeel is, dat de nood der werkloozen groot is. De verbete
ringen, welke in het adres naar voren worden gebracht, ko
men overeen met die, welke het R.K. Werkliedenverbond
voorstaat. Spr. dringt er bij den Raad op aan om, evenals
andere gemeenten reeds gedaan hebben, er toe mede te wer
ken om den grootsten nood der werkloozen te lenigen door
adhaesie te betuigen aan dit adres.