52 2 FEBRUARI 1934. „overeenstemming verkregen. Deze voorwaarden zijn neer gelegd in de hierbijgaande ontwerp-hypotheekacte, waar- „naar wij hier verder mogen verwijzen. „Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U „voor te stellen te besluiten: a. „tot intrekking van de besluiten van 3 October 1932 „(beginsel-besluit borgstelling), van 9 Maart 1933, ge- „wijzigd bij besluit van 21 April 1933, goedgekeurd „bij besluit van Gedeputeerde Staten van 3 Mei 1933, „G. nr. 22 en van 28 November 1933; b. „tot het ter leen verstrekken vah een bedrag, groot 175.000. aan de N. V. Sportfondsenbad-Breda, „een en ander overeenkomstig het hierbijgaande ont- „werp-besluit." De heer VAN DE VEN kan niet anders zeggen dan dat deze zaak tot de beste oplossing is gekomen, die men zich denken kan. Den heer VISSER is het opgevallen, dat het boete-per centage, dat de Gemeente bij nalatigheid aan de firma Staal Co, verschuldigd is, een meer bedraagt dan de Ge meente het Sportfondsenbad bij nalatigheid in rekening brengt. Spr. vraagt, of dat percentage niet beter gelijk kan zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat bedoeld verschil geen bezwaar oplevert; de Gemeente zal er wel voor zorgen niet nalatig te zijn met de betaling van rente en aflossing. Zonder verdere opmerkingen wordt besloten: le. in te trekken de besluiten van 3 October 1932, van 9 Maart 1933, gewijzigd bij besluit van 21 April 1933 en goedgekeurd bij besluit van de Ge deputeerde Staten van Noord-Brabant, d.d. 3 Mei 1933, G. no. 22 en v^n 28 November 1933,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 52