6 DECEMBER 1934 553 De VOORZITTER zegt, dat het er juist over gaat, dat de Concours-Hippique-vereeniging is gebleken dit jaar geen bloeiende vereeniging te zijn. Al tientallen van jaren heeft zij hier zonder hulp der Gemeente een concours ge houden en daardoor in wijden kring de aandacht op Breda gevestigd; ditmaal heeft zij echter eenige hulp noodig. Het volgend jaar heeft zij die hulp misschien niet meer noodig. Allerlei omstandigheden hebben er toe medegewerkt, dat het concours van 't jaar geen succes is geworden: eerst het over lijden van H. M de Koningin-Moeder, waardoor de datum, waarop het concours gewoonlijk wordt gehouden, verzet moest worden, en voorts het slechte weer. Men vindt daar door niet de normale cijfers in de rekening. Vorige jaren heeft het concours veel meer dan 176.20 aan stedelijke be lasting opgebracht. De Raad heeft echter bij het verleenen der garantie niet bedoeld, dat daarvan direct zoo veel moest terugvloeien in de gemeentekas. Een uitgaaf van 400. voor propaganda tegenover een opbrengst van 800.kan op het eerste gezicht een vreemden indruk geven, doch men moet daarbij bedenken, dat bij de toegangskaarten moeten worden opgeteld de contributies der leden, die daarvoor toe gangskaarten ontvangen. De propaganda heeft andere jaren wèl succes gehad, ook voor Breda; de Gemeente wordt door het concours en zijn vreemdelingenbezoek gebaat, terwijl de ingezetenen over het algemeen het concours op prijs stellen. De cijfers der rekening zijn inderdaad slecht, maar zoo als gezegd men moet ze niet als normaal bezien. De heer VISSER is het volkomen eens met de opmerkingen van den heer M a b e 1 i s over de rekening van het concours- hippique. Spr. vindt haar echter bovendien nog geflatteerd, want het gaat toch niet aan, daarin de contributies der leden in ontvangst te vermelden. Eigenlijk behoorden de inkomsten van het concours met dit bedrag verminderd te worden. Ver der doet het vreemd aan, dat ruim 76% van de ontvangsten is besteed aan medailles, prijzen, bloemen enz. Ook vindt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 553