6 DECEMBER 1934
561
werd overwogen? Wellicht zal daardoor in de toekomst ver
dere schade worden voorkomen. Spr. acht het daarom een
zaak van wijs beleid om de huren der gemeentewoningen tijdig
aan te passen aan de tijdsomstandigheden.
De heer VAN HOUTEN constateert, dat er bij de thans
voorgestelde, huurprijzen zijn, welke nu nog voor arbeiders
woningen betaald moeten worden. Spr. vraagt in verband
hiermede, hoe het staat met de herziening van de huren dier
woningen.
Wethouder VAN MIERLO merkt op, dat het 's heeren
M a b e 1 i s' bedoeling blijkbaar is, Burgemeester en Wethou
ders te beduiden, dat zij eerder met dit voorstel hadden moe
ten komen. Het is echter zeer moeilijk het juiste moment voor
huurverlaging te bepalen.
Den heer Van Houten antwoordt Spr., dat hij geen
of zoo goed als geen arbeiderswoningen in Breda kent, waar
van de huur zes gulden per week is. Ten aanzien van de her
ziening van de huren der arbeiderswoningen kan Spr. mede-
deelen, dat er de volgende week overleg plaats heeft over
de verlaging dier huren tusschen vertegenwoordigers van de
verschillende plaatselijke bouwvereenigingen, een vertegen
woordiger van de Gemeente en het Departement van Sociale
Zaken. Men is dus doende een oplossing te vinden.
Zonder verdere opmerkingen wordt alsnu con
form het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders besloten.
40. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot ver
laging van den huurprijs van het pand Teteringschedijk no.
17, waardoor deze van 650.— wordt gebracht op 585.
per jaar.
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking
hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten.