566 6 DECEMBER 1934 „hetgeen te wijten is aan de thans aan den gang zijnde „campagne van de suikerfabriek, zoodat een meermalen „herhaalde reiniging noodig is. Op een en ander is de „aandacht van den directeur der reiniging gevestigd. 4e „Het aanleggen van een tweede rijwielpad is niet wel „mogelijk en niet noodzakelijk. ..Volledige ombouw van den weg. zonder welken geen „afdoende verbetering is te bereiken, zal de aanliggende „fabrieken baatbelasting opleggen, hetgeen in deze „tijdsomstandigheden en in verband met den toestand „van de Markkade niet wenschelijk voorkomt. „Uit het vorenstaande moge U blijken, dat de onderhouds- „toestand van de Markkade aan redelijke eischen voldoet. „Wij stellen U voor bovenaangehaald schrijven voor „kennisgeving aan te nemen." De heer MARTENS kan niet beamen, dat de Markkade in een behoorlijken staat van onderhoud verkeert. De toestand van het rijwielpad is inderdaad uitstekend, maar door de voetgangers, die over het pad naar de tuinwijk „Viscose" loopen, worden de fietsers weer op de hobbelige keien ge drongen. Voorts zegt Spr., dat Burgemeester en Wethou ders het doen voorkomen alsof er slechts een paar onbe duidende verzakkingen zijn; in werkelijkheid echter komen er in den weg langs de Suikerfabriek talrijke verzakkingen voor, welke 's avonds gevaar opleveren. Spr. dringt derhalve aan op verbetering van dien toestand. De VOORZITTER antwoordt, dat het hier een oude ge schiedenis betreft, die aan de meeste raadsleden wel bekend is. Burgemeester en Wethouders hebben getracht, zooveel mogelijk verbetering te brengen in den toestand van de Markkade. Het is evenwel niet het juiste tijdstip voor het toepassen van de baatbelasting. Daarbij komt, dat het drukke verkeer ter plaatse van eenige jaren geleden, tengevolge van de heerschende malaise, welke ook de industrieën getroffen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1934 | | pagina 566